DE EERSTE LETTERS VAN AUTHENTIEK ZIJN AU!

Interview met Roos Vonk over coaching

de eersteletters van authentiek

Adriaan Hoogendijk en Annelies Kraan spraken met Roos Vonk voor hun boek: De Magie van Coachen: Bijzondere momenten in de coachingspraktijk. Business Contact, 2010

 

Op het eerste gezicht lijken we bij Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Nijmegen en daarnaast bedenker en eigenaar van Vonk Zelfbepaling, volkomen aan het verkeerde adres met onze zoektocht naar de magie van coaching.
Op haar website lezen we het volgende:

In de wereld van coaching en training is veel kaf onder het koren.

Veel methoden zijn gebaseerd op verouderde kennis of zelfs helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. Vaak worden wetenschappelijke inzichten pas gebruikt wanneer ze tot een breed publiek zijn doorgedrongen of wanneer ze ‘in de mode’ raken. Terwijl de wetenschappers dan allang weer een eind verder zijn.

Zo zijn er nogal wat coaches en trainers die menen dat ze aan uw blikrichting tijdens het nadenken kunnen zien wat voor type u bent (en die daarmee wellicht voorbijgaan aan werkelijk interessante/onthullende lichaamstaal). Of die trucjes hebben om met uw onbewuste te communiceren, terwijl dat principieel onmogelijk is! (En dan praten we nog niet eens over coaches die uw aura helen of u naar vorige levens terugbrengen...)

Als hoogleraar psychologie is Roos Vonk gestart met Vonk-Zelfbepaling om tegengas te bieden tegen alle kletskoek en interessantdoenerij in de wereld van coaching, training en organisatieadvies.

We schrijven een boek over de wonderlijke momenten in coaching die nu juist niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Wat heeft prof. dr. Roos Vonk ons hierover te zeggen?

Het gesprek was een week uitgesteld, vanwege haar nieuwe boek, een bundeling van haar columns in Intermediair en Psychologie Magazine. Mensen lezen haar columns graag, omdat ze op zeer toegankelijke en relativerende wijze laat zien hoe wij in elkaar zitten. Ze ontneemt je daarmee tal van illusies, maar daar gaat tegelijkertijd een grote troost van uit. Roos Vonk laat je glimlachen om jezelf en opgelucht ademhalen.

Hartstochtelijk
Roos Vonk is een hartstochtelijk wetenschapper. Ze vindt dat coaches op de hoogte zouden moeten zijn van recente wetenschappelijke inzichten, om te voorkomen dat ze zichzelf en hun cliënten voor de gek houden op basis van verouderde ideeën. Toch zegt ze ook: ‘Voor een deel zal coaching altijd magie blijven. De persoon van de coach is een uniek instrument. Tegelijk ben je dat instrument vaak ondanks jezelf. Ik maak regelmatig mee dat een cliënt zegt: wat je vorige week zei, dat heeft geweldig doorgewerkt. Als ik dan doorvraag waar het precies over ging, besef ik dat ik iets heel anders bedoelde. Dan denk ik maar: wat bijzonder dat het voor jou zo gewerkt heeft. En ook omgekeerd: van iets wat ik zelf een geniale inval of interventie vond, blijkt de cliënt de volgende keer iets heel anders te hebben onthouden. Er zit kennelijk nogal wat ruis in het hele proces. Als wetenschapper zou ik daar enorm veel last van hebben, maar als coach niet.’

Vonk beschouwt zichzelf niet als een ervaren coach, in die zin dat zij weinig tijd besteedt aan coachingstrajecten – een tijdlang was het 1 dag per week, maar en de laatste tijd veel minder. Ze is psycholoog, maar geen therapeut. In haar studies psychologie en pedagogiek heeft ze trainingen gespreksvaardigheden gehad, maar ze is afgestudeerd als wetenschapper, in de sociale psychologie, en daar ligt ook haar grote passie: bij waarheidsvinding, op wat voor manier dan ook. ‘Ik heb een analytisch, kritisch brein, ik kan heel goed verbanden leggen. En dingen zien die niet zo goed uitkomen of die je liever niet zou wíllen zien.’ Wetenschappelijk gezien had ze een droomcarrière: voor haar dertigste gepromoveerd, onderzoek gedaan in Engeland en de Verenigde Staten, voor haar veertigste hoogleraar. ‘Ik had bereikt wat ik wilde bereiken, maar toen dacht ik: wat nu?’

Echte mensen
Roos Vonk is geïnteresseerd in menselijk gedrag, in de manier waarop mensen reageren en hoe ze omgaan met hun omgeving en met hun eigen impulsen. De meeste van haar collega’s doen experimenten in een laboratoriumsituatie, Vonk deed dit zelf ook jarenlang, maar kreeg er steeds meer onvrede over. ‘De proefpersonen, bijna altijd studenten, komen het lab uit en schudden alles meteen weer van zich af als een hond die uit het water komt. Op die manier kun je blijvende veranderingen nooit bestuderen. Ik wilde met wetenschappelijke manipulaties binnenkomen bij gewone mensen in hun gewone leven. Daarom ging ik onderzoek doen via internet en dat was toen heel vernieuwend.’ Om ‘echte’ deelnemers voor haar onderzoek te vinden, zocht ze de publiciteit. De respons was enorm: er deden meer dan 4000 mensen vier maanden lang mee.

Een vraag die haar bezighield was, in hoeverre mensen zelf kunnen bepalen hoe ze over zichzelf denken en of ze een goed gevoel over zichzelf hebben. Vanuit die interesse en het onderzoek dat ze hiernaar deed, ontstond haar eigen onderneming Vonk Zelfbepaling. Vragen die hiermee samenhangen, zijn: wat maakt een mens gelukkig, heb je dat zelf in de hand of heb je daar anderen voor nodig? Uit die enorme belangstelling bleek hoe graag mensen dit soort dingen willen weten – én ze willen graag gereedschap krijgen.

Roos Vonk: ‘Veel deelnemers aan het onderzoek vroegen: bestaat hier niet een cursus of een workshop over? Hierdoor kwam ik er achter dat je als wetenschapper verzamel veel kennis verzamelt waar mensen iets aan kunnen hebben. Wat je onder elkaar heel gewoon vindt, kan iemand anders de ogen openen. Maar ik zag er wel tegenop om de ivoren toren te verlaten.Een vriend, die ondernemer was, zei: huur gewoon een zaal en kijk wat er gebeurt. En zo ben ik op zaterdagmiddagen een paar keer een workshop gaan geven over ‘self-determination’. Vervolgens wilden mensen daar persoonlijke begeleiding bij. Leuk, dacht ik, en ik heb bij mij thuis een coachingskamertje ingericht.’

Blinde vlekken
Omdat zowel de workshops als de coaching goed liepen, is Roos Vonk allengs korter gaan werken bij de universiteit. Inmiddels heeft ze daar nog een halve baan. De rest van haar tijd verdeelt ze tussen workshops, lezingen, individuele coachings en het schrijven van columns. ‘Als je iets schrijft voor een breed publiek,’ zegt ze daarover, ‘gaat het om wat je te vertellen hebt en hoef je je niet zo te bekommeren om bronvermeldingen en technische details. Dat schrijft veel lekkerder dan een wetenschappelijk artikel. Tegelijk heeft een column veel meer impact dan een wetenschappelijke publicatie, dus op een bepaalde manier is het veel bevredigender. Maar ik vind vooral de combinatie erg leuk: ik blijf met één been in de wetenschap, onderzoek doen, aio’s begeleiden, de wetenschappelijke stand van zaken volgen. Ik vind het belangrijk om mijn vak bij te houden. Er wordt zoveel gezegd en geschreven dat niet wordt ondersteund door de vakliteratuur. Aan de andere kant heeft ook de wetenschap zijn blinde vlekken. Neem bijvoorbeeld iets als ‘zelfoverschatting’. Als je op de vakliteratuur af gaat hebben de meeste mensen een veel te rooskleurig beeld van zichzelf. Dat zal wel kloppen, maar tegelijk strookt het niet met de observatie die je elke dag overal kan doen als je wat verder naar binnen kijkt bij mensen: dat ze zoveel twijfels hebben over zichzelf.’

De interesse van Vonk is zeker niet beperkt tot wetenschappelijk onderbouwde psychologische inzichten, en het bereikbaar maken daarvan voor een groot publiek. Zo heeft zij zich boeddhistische principes eigengemaakt via het gedachtegoed van de School voor Zijnsoriëntatie. Wat zij daarvan leerde, heeft ze geïntegreerd met haar eigen wetenschappelijke aanpak en zo werd het, in haar eigen woorden, ‘een mix van harde psychologische wetenschap, zijnsoriëntatie, zelfdeterminatie en Vonk’.

Vonk, wat is dat dan? ‘Mijn wetenschappelijke basis staat bovenaan. Mijn talent is het zien van verbanden en ongemakkelijke waarheden, en mijn no-nonsense benadering. Ik geloof absoluut niet in aura’s, chakra’s, reïncarnatie en andere vormen van niet-wetenschappelijke ‘opium voor het volk’. En het derde is mijn overtuiging dat mensen – als soort, maar indiviudeel ook – echt veel aardiger en effectiever zouden kunnen zijn.’

Uitzoomen
Iets wat ook echt bij Vonk hoort, is dat zij het altijd te druk heeft. Ze houdt van afwisseling, van veel verschillende dingen doen, van inspiratie vanuit nieuwe en prikkelende activiteiten. Ze geeft lezingen, schrijft boeken, treedt een enkele keer als deskundige op in tv-programma’s. Het prikkelen van haar brein is een grote drijfveer, en vaak komt dat meer uit het lezen van boeken dan uit contacten met mensen. ‘Heel veel wat mensen doen en zeggen, komt voort uit ego – grote ego’s, kleine ego’s, het maakt niet uit. Daarom is contact met dieren voor mij belangrijk: dieren hebben geen ego. Hun reacties voelen daardoor voor mij ‘echter’.’

Voor Roos Vonk is het belangrijk om ‘uit te zoomen’, van een afstand naar jezelf te kijken en dan zien wat je gedachten en gevoelens zijn, wat zich in je bewustzijn afspeelt, en hoe je ego bezig is. ‘Wij mensen zijn heel vaak geïdentificeerd met ons ego. Zolang je ermee samenvalt, heeft het ego de regie. Maar als je dat kunt zien, en daarvan wat afstand kunt nemen door uit te zoomen, ben je al een heel eind. Dat is ook wat je mensen aanreikt in coaching: inzicht in hoe ze geïdentificeerd zijn met hun ego en het perspectief van uitzoomen laten zien. Daarmee creëer je keuzevrijheid. Als mensen geïdentificeerd zijn, is er geen keuze.’

Roos Vonk vindt zichzelf niet iemand die tijdens een coaching onthutst raakt, in verwondering achterblijft over wat zich voltrekt. ‘Eerder het tegendeel’, zegt ze stellig. ‘Ik coach altijd aan de hand van concrete gebeurtenissen. Ik vraag heel precies wat er gebeurde, wat iemand deed, zei, dacht, voelde, zodat ik het helemaal voor me zie. Door mee te kijken met hoe iemand dingen ervaart, kun je in iemands ziel kruipen, en als ik genoeg doorvraag komt er altijd een moment dat ik denk: ja, nu snap ik het, nu snap ik hoe de wereld er voor deze persoon uitziet. Daarvoor moet ik wel mezelf ‘uit’ zetten. .’

Earth Mother
Zit daarin dan toch iets van een magiër? ‘Wat ik heb gedaan in coaching sluit aan bij wat je in de Zijnsgeoriënteerde benadering doet: de pijn opzoeken. De afweermechanismen en strategische reacties van mensen dienen om pijn te vermijden en dus in feite met onwaarheden te leven. Bijvoorbeeldmoeten bewijzen dat je wel leuk bent, dat je ertoe doet, dat soort dingen. Vanuit de Zijnsoriëntatie zeg je dan: stel dat het waar is dat die persoon je niet serieus neemt. Je gaat het pijnpunt opzoeken Als je daar bent wordt de persoon heel verdrietig – het au!-gevoel – maar komt ook uit bij een diepe ontspanning, omdat je op dat punt de afweer kunt loslaten. Dat zijn wat mij betreft de magische momenten in een coaching, als iemand zegt: ik voel nu het verdriet waar ik altijd tegen vecht, maar ik merk dat ik het kan dragen. Dat geeft een enorme vrijheid.’

Vonk gebruikt het beeld van een ravijn of een zwart gat. ‘Dat gat heet ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik hoor er niet bij’ en dit soort van bezorgdheden die iedereen heeft. We zijn steeds bezig niet in dat ravijn terecht te komen, voortdurend aan het opletten of we niet richting dat zwarte gat gaan. We zijn ons voortdurend aan het bewijzen, al je aandacht gaat naar die hang-up, alles staat in dienst van je streven om vooral niet in dat ravijn terecht te komen. Dat geeft natuurlijk een enorme kramp. Het betekent ook dat je aandacht steeds gericht is op datgene waar je vandaan wilt blijven.’

Vonk noemt het voorbeeld van een vrouw die haar levenlang moest bewijzen dat ze slim was, de beste van de klas, in alles. ‘Toen we tijdens een coachingsessie middenin haar ravijn terecht kwamen, kon ze dit loslaten en zei ze half huilend, half lachend: ik begrijp nu opeens dat ik al die studies waar ik nu weer aan begonnen ben helemaal niet hoef te doen. Daarna kon ze ook onderscheid maken tussen een studie die ze deed om zich te bewijzen (en die laten vallen) en een studie die ze zelf erg leuk vond (om daarmee vervolgens door te gaan).’

Authentiek
Vonk trekt hier een parallel met de evolutietheorie: ‘Instinctmatig ben je erop gericht om pijn te vermijden, dat heeft overlevingswaarde. Je wilt voorkomen dat iemand een pijl in je schiet. De fout die ons brein maakt, is dat we dat overlevingsmechanisme ook toepassen op emotionele ongemakken, we willen ook emotionele pijn vermijden. Maar dat is ten onrechte, want juist het voelen van emotionele pijn kan je verder brengen. We moeten leren dat ‘au!’-moment te ondergaan en verdragen.’

Ze verwijst naar onderzoek naar sociale uitsluiting waaruit dit naar voren komt. Drie mensen zijn ergens aan het wachten en ze verdrijven de tijd met een balspel. Twee van die mensen zijn handlangers van de onderzoeker, de derde is de echte proefpersoon, die denkt dat de anderen ook deelnemers zijn. Op een gegeven moment spelen de twee handlangers de bal alleen nog aan elkaar toe, ze zetten de derde letterlijk buitenspel. Vonk: ‘De persoon die dat overkomt, probeert de pijn van dat buitengesloten worden te verbergen – terwijl je de pijn en de spanning meestal in z’n gezicht ziet. Vaak duiken ze in hun tas en gaan zogenaamd belangrijke dingen zitten doen. Terwijl ze ook zouden kunnen zeggen: “Hé wat gebeurt er nu? Au!” Dan zeg je het precies zoals het is. Dit hoeft helemaal niet zielig of slachtofferig te zijn. Het gaat er om dat je zegt hoe het voor je is, daarmee laat je jezelf zien. De eerste twee letters van authentiek zijn toevallig ook ‘au’!’, voegt ze er lachend aan toe.

Authentiek is het tegenovergestelde van defensief, het betekent dat je voor de dag komt. Dat betekent niet dat je alles er ongeremd uitgooit. Wat ik emotionele incontinentie noem, of lekken, wordt vaak verward met authenticiteit. Uitzoomen blijft belangrijk. ‘Het kan zijn dat je zin hebt om te huilen, maar dat je inziet dat het op dat moment niet handig is om dat te doen, omdat het een groter belang kan schaden. Authenticiteit is dat je al je opties op een rijtje zet en daaruit de beste keuze maakt. Nu maar even niets doen, kan een hele goede optie zijn, omdat je een wijzer besluit kunt nemen als de scherpe kantjes van de emotie zijn weggeëbd. ’

Niet oordelen
We willen nog eens terugkomen op de magiër in Roos Vonk. De vraag brengt haar op een onverwachte associatie: ‘Ik ben ooit bij een kleding- en kleurenadviseur geweest en die zag mij als een combinatie van ‘ ‘Magical Child’, ‘ ‘Earth Mother’ en ‘Country Girl’. De kant die ik bij coaching met name inzet is de wijze kant, de Earth Mother. Voor mij is het belangrijkste kenmerk daarvan dat ik niet oordeel, dat ik mildheid betracht. De Earth Mother heeft genoeg wijsheid opgebouwd om alle onhebbelijkheden van mensen te snappen, ze waar te nemen zonder het anders te willen maken dan het is. Ik zie wel een verschil met mijn dagelijks leven. Ik ben niet zo ontzettend dol op mensen, ik ben heel kritisch over ze, over hun werk, hun leven, al die grote en kleine ego’s. Maar als ik aan het coachen ben, ben ik niet oordelend, heb ik compassie. Misschien dat ik daarom wel zo weinig tijd inruim voor coaching: ik heb er te weinig geduld voor .’

Roos Vonk vergelijkt coaching met het gebruik van een hologram. ‘Ik ga heel analytisch te werk, ik zoom in op een klein stukje uit wat iemand vertelt. Maar in dat detail zit het hele verhaal besloten, het maakt niet uit welke ingang je kiest. Je kunt vanuit elk verhaal en elk detail bij de centrale thema’s van de persoon komen, net zoals bij een hologram het hele plaatje ligt besloten in ieder deeltje. Je kunt het ook vergelijken met een kluwen wol: je begint ergens aan een draadje te trekken, het maakt eigenlijk niet uit waar je begint. De magie daarin – waarop je precies inzoomt, aan welk draadje je begint te trekken, zal wel altijd magie blijven. Het is mijn ervaring dat je alleen maar toegankelijk kunt maken wat iemand al bijna snapt. Soms weet je: iemand van 20 gaat dit niet snappen, dat komt later wel – en dan moet je ook niet proberen zo’n inzicht te forceren. Mijn aanpak is misschien dat de Earth Mother gebruik maakt van de wetenschapper in mij.’

De gemakkelijke weg
Roos Vonk noemt een ander voorbeeld uit haar praktijk: een musicus die altijd bang was dat hij niet serieus genomen wordt, dat hij niet goed genoeg is. Niet alleen als musicus, maar in alles. ‘Ik vroeg hem wat er zou gebeuren als hij ophield met zichzelf te bewijzen. Hij antwoordde dat hij bang was dat hij dan helemaal niets meer zou doen. Ik zei toen dat mijn ervaring is dat mensen dat hooguit drie weken leuk vinden: niks doen, op de bank hangen en chips eten. Toen hij zich dit voorstelde kwam plots bij hem zijn ‘drive’ boven. Hij zei dat hij al zijn hele leven bezig was ingewikkelde orchestraties te maken omdat hij daarmee zijn vernunft kon laten zien. Maar wat hij eigenlijk wilde was: heel simpel, één noot heel erg mooi laten klinken. Dit was een heel ontroerend moment.’

Vonk heeft in haar coaching vaak de cliënt voorgehouden: stel dat het waar is, wat jij in je nachtmerries denkt. ‘Dan gaan mensen echt door de pijn heen. Later ben ik ook wel op zoek gegaan naar shortcuts. Het is namelijk vaak wel een zware weg, om door de pijn heen te gaan, en je kunt op allerlei weerstanden stuiten waardoor het niet eens mogelijk is. Ik heb ontdekt dat het tegenovergestelde ook werkt: de aandacht in een positieve richting sturen. Opdrachten geven waardoor ze positieve dingen echt gaan DOEN in hun dagelijks leven. Dat is vaak verbluffend effectief. Daarmee versterk je andere kanten in de persoon. Misschien is de makkelijke, oppervlakkige weg soms net zo goed als de moeilijke, diepe weg door de pijn heen. Als je iemands concrete gedrag kunt veranderen, dan ben je veel verder dan als het alleen bij praten blijft. Dan zet je een nieuw verhaal in gang, en doet het er niet meer zoveel toe hoe het oude verhaal in elkaar steekt.’